homepage homolesbiopschool introductie pabo module homoseksualiteit op school achtergrond en uitleg pabo-module overzicht pabo module homoseksualiteit   contact projectgroep pabo-module seksule diversiteit disclaimer colofoon HomoLesBi op school
leegvorig itemleegvolgend item
 
 

1. Zo werkt het

Wie sterke oordelen heeft, loopt risico ook sterke vooroordelen te hebben. Daar hoef je je niet meteen zorgen over te maken, want vooroordelen heeft iedereen. We delen dingen, planten, dieren en mensen graag in groepen in om onze wereld overzichtelijk te houden. Dat helpt ons bij het leren. Maar zodra je mensen in groepen indeelt, heb je de neiging over die groepen vaste oordelen te ontwikkelen. Je ziet vaak wel de verschillen tussen mensen in je eigen groep, maar die in andere groepen zie je minder gauw. Daarmee wordt een stevige basis voor vooroordelen gelegd. Ze belemmeren een open houding en een zorgvuldig oordeel: jouw vooroordeel over een persoon wordt ingegeven door het oordeel dat jij hebt over de groep waartoe jij die persoon rekent. Je ziet dan iemand niet meer als individu, maar als een vertegenwoordiger van een groep. Nieuwe informatie over die persoon komt dan niet binnen.

Vooroordelen worden gevoed door misvattingen of door gebrek aan kennis. Mensen hebben meer oor voor informatie die hun vooroordeel bevestigt dan voor kennis die het vooroordeel ontkracht. Het denkpatroon van de mens is vaak: wat IK raar vind, IS ook raar.

Vooroordelen zijn vervelend, zodra anderen er last van hebben. Het geven van tegen-informatie alleen is niet afdoende. Wat kun je nog meer doen?


vooroordelen

 
 

2. Kijk naar je zelf

Er moet allereerst een wil zijn om zich met een ander te identificeren, om compassie of empathie te tonen. Om een persoon te zien als iemand met diverse eigenschappen, voorkeuren en een eigen geschiedenis. Zolang je degene(n) over wie je vooroordelen hebt, blijft zien als ‘de ander’ met wie je geen enkele verwantschap of herkenning voelt, zul je argumenten blijven zoeken om je oordeel kracht bij te zetten. Sommige mensen volstaan met de verklaring: ‘Zo vind ik dat nu eenmaal. Dat is gewoon mijn mening. Ik mag toch zeggen wat ik denk.'

De beste remedie tegen vooroordelen is: Over je eigen grenzen heenkijken, je eigen wereld groter maken en je durven identificeren met veel verschillende mensen. Het begint dus bij jezelf.


god haat homo's

'Fag' of 'Faggot': Engels scheldwoord voor homoseksueel

duur 3 kwartier

B4 Vooroordelen - menselijk maar soms heel naar

Opdracht:

  1. Schrijf een dialoog tussen iemand met een sterk vooroordeel en een ander die het wil ontkrachten. Maak gebruik van de teksten 1, 2 en 3.

  2. Heb jij ooit ontdekt dat je een vooroordeel had?
    Heb jij je oordeel aangepast? Waarom wel / waarom niet?
werkblad C3 downloaden
 

3. ‘Hetero-normativiteit’ doorbreken

Je wordt niet met vooroordelen geboren. Je leert ze, vaak ongemerkt. Welke beelden krijgen wij bijvoorbeeld over homoseksualiteit voorgeschoteld? Welke normen over relaties en het gezin overheersen?

Juf Fatima: ‘Je kunt wel opgegroeid zijn met het idee dat homoseksualiteit slecht is, maar je hebt ook een eigen verantwoordelijkheid. Je moet om je heen kijken, je blik verruimen en je eigen ideeën vormen. Dat is volwassen worden.'

Afgezien van opvoeding hebben de media, films, boeken en bijvoorbeeld songteksten invloed op wat iemand ‘normaal’ vindt. Bekende Nederlanders komen inmiddels openlijk uit voor hun homoseksualiteit en doorbreken zo de ‘hetero-norm’. Schoolboeken lopen daarin achter: in bijna al het lesmateriaal bestaat een gezin uit een man en vrouw met hun (biologische) kinderen. Veel schoolkinderen zullen zich niet in die thuissituatie herkennen. Voor hen is thuis een gezin met één ouder, een samengesteld gezin of een gezin met twee vaders of twee moeders. Door alternatieve samenlevingsvormen niet te tonen wordt de voorstelling van de wereld eenzijdig. Het klassieke gezin is standaard, wat daarvan afwijkt onzichtbaar. Deze ‘hetero-normativiteit’ is een vruchtbare voedingsbodem voor vooroordelen over seksuele diversiteit, want onbekend maakt onbemind.

Juf Janine doorbreekt de norm: ‘Wat ik altijd doe, is benoemen dat het ook anders kan, ook bij jonge kinderen. Zegt een meisje bijvoorbeeld: ‘Als ik later een man heb’, dan vul ik aan: ‘Of een vrouw’. Zo probeer ik de heteronorm die overal in doorklinkt te doorbreken. Want in vrijwel alle voorleesverhalen gaat het over vaders en moeders. Een collega van de kleuterbouw deed een project over trouwen. Toen ik vroeg of ze ook vertelde dat mannen met mannen en vrouwen met vrouwen konden trouwen, was haar antwoord: ‘O, daar heb ik helemaal niet aan gedacht.’ Dit soort dingen blijf ik, als lesbische leerkracht, lastig vinden. Je kunt niet zeggen dat je echt gediscrimineerd wordt, maar je merkt aan kleine dingen dat je een minderheid bent. Als je naar aantallen kijkt, is dat natuurlijk ook zo. Toch moeten kinderen weten dat homoseksualiteit gewoon voorkomt. Als ze daar nooit iets over horen, blijft het iets bijzonders.’

Zie ook: Michiel Vandenbroeck, 2010, De blik van de Yeti:
Over het opvoeden van jonge kinderen tot zelfbewustzijn en verbondenheid
, p. 48.